Onbelast bijverdienen? Enkel nog tot 31.12.2020!

Het Grondwettelijk Hof vernietigt de wet van 18 juli 2018 betreffende de economische relance en de versterking van de sociale cohesie.

Op basis van de wet van 18 juli 2018 heeft de wetgever een regeling in het leven geroepen om occasioneel bij te verdienen.

Het stelsel van het occasioneel bijverdienen is gebaseerd op drie pijlers:

  • Het verenigingswerk;
  • De occasionele diensten tussen burgers;
  • Diensten verleend via erkende elektronische platforms.

Personen die reeds een hoofstatuut hebben als zelfstandige, werknemer of gepensioneerde konden op deze wijze tot 6.000 EUR onbelast bijverdienen.

Discriminatie zegt het Grondwettelijk Hof!

Immers, prestaties die worden uitgevoerd binnen de voorwaarden van genoemd stelsel, vallen niet onder het toepassingsgebied van de algemene arbeidswetgeving en leiden niet tot de opbouw van sociale rechten. Op de vergoeding voor die prestaties worden geen sociale bijdragen of belastingen geheven.

Prestaties die in het kader van het verenigingswerk worden geleverd kunnen ook worden uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst.

De wet van 18 juli 2018 voorziet in dat geval niet in een aangepaste arbeidsrechtelijke regeling voor de uitvoering van deze prestaties door een verenigingswerker, maar kiest voor een nieuw statuut ad hoc waarbij geen van de bestaande sociale zekerheidsstatuten toepasbaar is en sluit tegelijkertijd een groot deel van de arbeidswetgeving uit.

De uitsluiting van de arbeidswetgeving heeft onder meer tot gevolg dat:

  • Voor de geleverde prestaties geen minimumvergoeding geldt;
  • Geen beperking van het moment waarop die activiteiten plaatsvinden;
  • Geen beperking inzake de tijd die de betrokkene kan besteden aan die activiteiten;
  • Geen verplichtingen inzake pauzes en rustperioden, aldus het Grondwettelijk Hof.

Bovendien kan men op basis van huidige wetgeving tegelijk voor dezelfde organisatie dezelfde activiteiten uit te voeren als vrijwilliger. In de praktijk wordt het dus onmogelijk om de omvang en duur van de prestaties te beoordelen. Misbruik kan in de hand worden gewerkt en een nieuwe vorm van deeltijdse arbeid wordt in het leven geroepen.

Andere modaliteiten van de arbeidswetgeving zoals minimumduur, opeenvolgende overeenkomsten en bescherming wanneer de overeenkomst wordt beëindigd wordt niet geregeld maar volledig aan de partijen overgelaten.

Het Grondwettelijk Hof is aldus van oordeel dat personen die op basis van huidige wetgeving occasioneel willen bijverdienen zeer verschillend worden behandeld wat betreft de arbeidswetgeving, sociale zekerheidsstelsel en de fiscaliteit waardoor er sprake is van discriminatie van deze personen ten opzichte van werknemers die dezelfde activiteiten uitvoeren.

Wij staan klaar uw vragen met betrekking tot het arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht te beantwoorden.

Aarzel dan ook niet om ons te contacteren. contact

arbeidsrecht-sociaal zekerheidsrecht

Kelly de Groof

Advocaat DEHAESE & DEHAESE Advocatenkantoor

Andere artikels van Kelly de Groof:

De werkgever in corona-crisis: RSZ-Maatregelen: https://www.dehaese.be/nl/nieuws/detail?id=7369

Ontslag in coronatijden: https://www.dehaese.be/nl/nieuws/detail?id=7362

Hoofdelijke aansprakelijkheid loonschulden in de bouwsector: https://www.dehaese.be/nl/nieuws/detail?id=7340

RSZ-dwangbevel en verplichte ingebrekestelling: https://www.dehaese.be/nl/nieuws/detail?id=6280

Het stakingsrecht. Artikel 6.4 Europees Sociaal Handvest: https://www.dehaese.be/nl/nieuws/detail?id=6187

Koning Winter in het land? Te koud om te werken? Of niet?: https://www.dehaese.be/nl/nieuws/detail?id=6177

Deel via: