Niet-erkende aannemers mogen de voltooiingswaarborg in het kader van de woningbouwwet voortaan ook stellen via een verzekeringsonderneming

Het K.B. van 21 oktober 1971 tot uitvoering van de Woningbouwwet van 9 juli 1971 bepaalde dat een niet-erkende aannemer voor een borgstelling bij een kredietinstelling of bij een hypotheekonderneming moest zorgen. Een erkende aannemer daarentegen kon zijn waarborg niet enkel bij een kredietinstelling of bij een hypotheekonderneming stellen, maar ook bij een verzekeringsonderneming.

De wetgever gaf geen rechtvaardiging voor dit onderscheid. Wellicht ging het louter om een vergetelheid in de wettekst.

In de huidige economische situatie bleek dit een probleem te worden. Banken plooien zich immers terug op hun hoofdactiviteiten en leveren minder waarborgen. Het is dan ook in het belang van de koper of opdrachtgever dat een niet-erkende aannemer of verkoper eveneens de voltooiingswaarborg via een verzekeringsonderneming kan stellen. Dit zal ook de concurrentie op de markt ten goede komen, wat een verlaging van de prijzen in het voordeel van de koper of de opdrachtgever moet opleveren.

Het nieuwe K.B. van 21 september 2012 tot wijziging van het KB. van 21 oktober 1971 komt hieraan tegemoet en bepaalt dat voortaan ook een niet-erkende aannemer een voltooiingswaarborg kan stellen via een verzekeringsonderneming. Een erkende en een niet-erkende aannemer worden op dit vlak nu dan ook op dezelfde manier behandeld.

Voor meer concrete informatie hieromtrent, nodigen wij u vriendelijk uit om u te wenden tot ons kantoor.